De keukentafel

Heel Holland bakt en heel Nederland zit aan de keukentafel. Dat laatste niet vanwege de gezelligheid, maar om ‘een goed gesprek’ te voeren, welke hulp gewenst of noodzakelijk is bij ziekte, zwakheid of andere onaangenaamheden. Met een mijnheer of mevrouw van het wijkteam – meestal een mevrouw – die vraagt: ‘en wat kunt u zelf nog?’, in het kader van activerende gespreksvoering,en: ‘zijn er naasten die u kunnen helpen? Uw partner, kinderen of uw buren?’, in het kader van participatie.

Ik zat aan mijn keukentafel toen ik een interview in NRC las met Jet Bussemaker. Daarin stond dat zij, toen ze staatssecretaris was in een vorig kabinet, samen met gemeenten deze zogenaamde keukentafelgesprekken heeft bedacht. Inclusief het idee dat professionals uit wijkteams de mensen dan thuis opzoeken, bij hen aan de keukentafel plaatsnemen om het gesprek te voeren over de noodzakelijke en gewenste hulp.

Ik las dat ze nu kritisch terugkijkt op dat idee. Ze had gedacht dat door dit idee professionals beter zouden gaan samenwerken. Dat er meer gebruik gemaakt zou gaan worden van ‘eigen kracht’ van burgers, van hun sociale netwerk. Maar dat gebeurde allemaal niet of niet genoeg. En als besluit : ‘misschien was ik naïef’.

Hoever sta je dan af van de werkelijkheid. Kwetsbare mensen hebben vaak geen sociaal netwerk, om welke reden dan ook, die ze om hulp kunnen vragen. Mensen willen niet afhankelijk zijn van familie of buren. En professionals gaan niet uit zichzelf, als vanzelf anders werken. Niet omdat ze dat niet willen, maar omdat ze het niet zomaar kunnen. Omdat ook zij daar bij geholpen moeten worden. Bijvoorbeeld met scholing, maar toen zaten we inmiddels diep in de bezuinigingen.

Voorlopig zitten wij vast aan keukentafelgesprekken en wordt Jet Bussemaker hoogleraar met nieuwe ideeën. Ze stelt dat Nederland een nieuw model nodig heeft: de sociale investeringsstaat.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *