De vrijwilliger: de Haarlemmer olie van de samenleving

Onlangs las ik in Trouw een interview met Jet Bussemaker waarin de Yep werd geïntroduceerd: een young elderly person die na z’n pensioen nog wel zo’n twintig jaar in goede gezondheid meegaat.  De yep is inmiddels vitalo geworden – want yep was Engels en een afkorting – en staat voor fitte, kwieke, elektrische-fiets-met-camper-senioren, die er ieder seizoen op uit trekken. ‘Yep’s hoeven niks, maar ze kúnnen zoveel’,  aldus Bussemaker. Ze kunnen bijvoorbeeld een bijdrage leveren aan de samenleving als vrijwilliger, was de strekking van het verhaal. Hoe fijn is dat ?!.

Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor goede zorg en ondersteuning aan inwoners. Dat moeten ze regelen met minder geld en de vraag is toegenomen. Gevolg? Tekorten op begrotingen van gemeenten. Hoe het gat te dichten en de zorg en ondersteuning toch door te laten gaan? Door de inzet van vrijwilligers: de Haarlemmer olie van de samenleving!. En wie hebben er tijd om vrijwilligerswerk te doen? De yep of de vitalo.

Je kunt het zo gek niet bedenken waarvoor er vrijwilligers (nodig) zijn. Voor buurtpreventie, schoonmaakacties en het knotten van wilgen. Om de weg te wijzen in ziekenhuizen, koffie te schenken en activiteiten te organiseren voor allerlei mensen in de samenleving (ouderen, gehandicapten). Inmiddels zijn er  hordes mantelzorgers nu ouderen langer zelfstandig blijven wonen en zijn er  buddy’s, lotgenoten en maatjes. En sportverenigingen draaien bijna volledig op vrijwilligers. Allemaal gratis werknemers op de arbeidsmarkt: tel uit je winst.

Nu is er natuurlijk niets mis met vrijwillig je handen uit de mouwen steken om anderen en de samenleving te helpen. Maar de vraag is hoe vrijwillig dit nog is. Om de samenleving draaiende te houden wordt er steeds meer een beroep gedaan én gerekend op vrijwillige inzet voor het een of ander. Er ontstaat een soort van moreel moeten. Dat vind ik zorgelijk. Het gaat thuishoren in het rijtje van: ‘Oh, rook jij nog?’. ‘Ach, eet jij nog vlees?’ en dus ook: ‘Goh, doe jij geen vrijwilligerswerk’? Een soort van hygiënemaatregel, want het is ook zo goed voor jou. Alleen om die reden heb ik er al geen zin in, maar ik heb geen keus want ik ben mantelzorger van een gehandicapte zoon.

Misschien ben ik er daarom extra gevoelig voor dat de vitalo of wie dan ook niet in een moreel keurslijf van het vrijwilligerswerk gekletst wordt, wat daarmee helemaal niet meer zo vrijwillig is.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *