1.87 meter, het verstand van een 3-jarige en corona

En weer zijn de maatregelen aangescherpt om ´ons´ binnen te houden. Om er voor te zorgen dat het corona virus zich niet verder verspreidt, zodat kwetsbare mensen en ook de rest van Nederland niet verder besmet raakt.

En daar fiets ik dan vanmiddag, in de zon, met een straffe Oosten wind, langs ‘s Heren wegen, met achterop de tandem een zoon van 1.87 meter en het verstand van een 3 jarige, die vorige week 25 jaar is geworden. Hij weet van niets en fladdert met z’n armen in de lucht.

Onze zoon woont sinds 6 jaar in een instelling, op een prachtige locatie, heel klassiek, midden in het bos. Bijna elk weekend komt´ie thuis. Omdat hij dat nodig heeft en omdat wij hem nog niet kwijt willen raken. Je moet contact met hem houden om hem te blijven begrijpen, om zijn moeilijk verstaanbaar gedrag te kunnen blijven opvangen. Een intensieve, lieve jonge man voor wie je boterhammen smeert, die je onder de douche zet, verschoont en bezig moet houden. Echt kwetsbaar qua gezondheid is hij niet. Hij is nooit ziek; alleen z’n hoofd ‘deugt’ niet.

Hij wordt in de instelling verzorgd en begeleid door tal van lieve en zorgzame mensen, die hem kennen en inmiddels ook weten hoe ze met hem om moeten gaan. Hoe je het beste verbaal en non-verbaal kunt reageren. Dat komt heel nauw want het kan met dat 3-jarig verstand zomaar verkeerd begrepen worden en dan is 1.87 meter heel groot.

Deze lengte, dit verstand in tijden van corona is geen handige combinatie en maakt hem én zijn begeleiders op een andere manier kwetsbaar. In de gehandicaptenzorg is er afgezien van handschoenen geen beschermende kleding, als mondkapjes en overalls. Dat kan niet, dat werkt niet bij deze mensen nog afgezien van het feit of het materiaal er is en betaalbaar is voor deze zorg. Dat maakt én de jongeren én de verzorgenden in deze tijd van corona extra kwetsbaar. Ook zij draaien shifts, gaan naar huis en zijn er de volgende dag weer.

Wij hebben het geluk dat we hem thuis kunnen opvangen alhoewel dat een grote aanslag is op ons, ouders, die zo goed en zo kwaad als het gaat online werken. Maar toch hebben we besloten om hem weer thuis te laten wonen in deze periode want we moeten er niet aan denken dat het mis gaat en we van afstand moeten toekijken hoe het met hem gaat.

En dus fietsen we ondanks de verscherpte maatregelen met hem langs ’s Heren wegen, op zoek naar wegen die leeg zijn en slingerend om wandelende mensen heen om toch maar die 1,5 meter afstand te bewaren.  Tot 1 juni……….

De vrijwilliger: de Haarlemmer olie van de samenleving

Onlangs las ik in Trouw een interview met Jet Bussemaker waarin de Yep werd geïntroduceerd: een young elderly person die na z’n pensioen nog wel zo’n twintig jaar in goede gezondheid meegaat.  De yep is inmiddels vitalo geworden – want yep was Engels en een afkorting – en staat voor fitte, kwieke, elektrische-fiets-met-camper-senioren, die er ieder seizoen op uit trekken. ‘Yep’s hoeven niks, maar ze kúnnen zoveel’,  aldus Bussemaker. Ze kunnen bijvoorbeeld een bijdrage leveren aan de samenleving als vrijwilliger, was de strekking van het verhaal. Hoe fijn is dat ?!.

Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor goede zorg en ondersteuning aan inwoners. Dat moeten ze regelen met minder geld en de vraag is toegenomen. Gevolg? Tekorten op begrotingen van gemeenten. Hoe het gat te dichten en de zorg en ondersteuning toch door te laten gaan? Door de inzet van vrijwilligers: de Haarlemmer olie van de samenleving!. En wie hebben er tijd om vrijwilligerswerk te doen? De yep of de vitalo.

Je kunt het zo gek niet bedenken waarvoor er vrijwilligers (nodig) zijn. Voor buurtpreventie, schoonmaakacties en het knotten van wilgen. Om de weg te wijzen in ziekenhuizen, koffie te schenken en activiteiten te organiseren voor allerlei mensen in de samenleving (ouderen, gehandicapten). Inmiddels zijn er  hordes mantelzorgers nu ouderen langer zelfstandig blijven wonen en zijn er  buddy’s, lotgenoten en maatjes. En sportverenigingen draaien bijna volledig op vrijwilligers. Allemaal gratis werknemers op de arbeidsmarkt: tel uit je winst.

Nu is er natuurlijk niets mis met vrijwillig je handen uit de mouwen steken om anderen en de samenleving te helpen. Maar de vraag is hoe vrijwillig dit nog is. Om de samenleving draaiende te houden wordt er steeds meer een beroep gedaan én gerekend op vrijwillige inzet voor het een of ander. Er ontstaat een soort van moreel moeten. Dat vind ik zorgelijk. Het gaat thuishoren in het rijtje van: ‘Oh, rook jij nog?’. ‘Ach, eet jij nog vlees?’ en dus ook: ‘Goh, doe jij geen vrijwilligerswerk’? Een soort van hygiënemaatregel, want het is ook zo goed voor jou. Alleen om die reden heb ik er al geen zin in, maar ik heb geen keus want ik ben mantelzorger van een gehandicapte zoon.

Misschien ben ik er daarom extra gevoelig voor dat de vitalo of wie dan ook niet in een moreel keurslijf van het vrijwilligerswerk gekletst wordt, wat daarmee helemaal niet meer zo vrijwillig is.